Duo column
Kennis maak je samen!
Marco Bik kenniscoördinator / onderzoeksprogrammamanager, Onderzoek en Business Intelligence (OBI), gemeente Rotterdam
De gemeente Rotterdam werkt zoveel mogelijk datagestuurd en kennisgedreven. Daarbij maakt de gemeente gebruik van veel kennis van veel kennisinstellingen. Met een aantal bestaan er structurele samenwerkingsvormen. Met name die in de eigen stad: Erasmus Universiteit, Inholland en Hogeschool Rotterdam. Maar er zijn er natuurlijk meer.
Typisch Rotterdams is het bestaan van structurele samenwerkingsvormen met bovenstaande partijen op een aantal wezenlijke thema’s, genaamd: Kenniswerkplaatsen. De eerste organisatie en basis-financiering wordt door de EUR en de gemeente ingevuld. Verder zijn er per kenniswerkplaats diverse in- en externe partijen aangesloten.
In een kenniswerkplaats wordt nieuwe kennis gemaakt en bestaande kennis gedeeld. Wetenschappelijke kennis wordt daarmee ‘gevaloriseerd’, gemeentelijke beleid van de nodige kennis voorzien. Wetenschappelijk belang en maatschappelijk belang vallen samen. Een kenniswerkplaats is ook een toegang tot de wereld van kennis, tot een netwerk op dat thema. Er is veel kennis, maar waar vind je dat? De kenniswerkplaats kan daarbij helpen.
Door het bestaan van de kenniswerkplaatsen bereikt meer kennis de juiste plek. Ook kan er aan bestaande of nieuwe wetenschappelijke kennis met elkaar een handelingsperspectief worden toegevoegd. Onderzoek levert kennis en inzicht op, maar geeft niet aan wat je moet doen. Dat is een afweging, een keuze die buiten het wetenschappelijke domein wordt gemaakt en nooit alleen gebaseerd is op feiten. Soms wordt dat wel eens vergeten.
Ambtenaren en wetenschappers kunnen dat handelingsperspectief in de diverse structurele samenwerkingsvormen die we hebben met elkaar maken. Daarom was de ondertitel van het Rotterdam Kennisfestival dit jaar ook: ‘kennis maak je samen’. Soms zie je daarbij ook dat het schuurt en wrijft. Maar beter moeizaam contact dan geen contact. In ieder geval leren we elkaars taal beter spreken, meer begrip voor elkaar op te brengen.
Onderzoek van CPB laat zien dat, hoe geglobaliseerd we ook zijn, de meeste kennis zijn weg vindt in de directe omgeving van de kennisinstelling. Onderzoek van de WWR laat zien dat het bij innovatie vooral om ‘netwerken’ gaat. Elkaar kennen en (betekenisvol) ontmoeten is daarvoor voorwaardelijk. Dat is een mooie wetenschappelijke bevestiging dat we met de kenniswerkplaatsen goed bezig zijn.
In de ontmoetingen tussen ‘wetenschap’ en ‘gemeente’ gaat het natuurlijk niet altijd ‘goed’. In politiek gevoelige dossiers verwijst men graag naar de wetenschap om het eigen standpunt te onderbouwen. Door de poging het eigen standpunt te objectiveren voelt men zich sterker staan. Onderzoek zegt niet echter nooit wat we moeten doen. Vaak is het een strijd tussen belangen die men wil objectiveren met wetenschappelijk kennis. Het zou zuiverder zijn om dat wat vaker en duidelijker te scheiden.
Andersom geldt hetzelfde. Als een wetenschapper, in zijn onderzoeksrapport, adviseert om met bijv de RotterdamWet te stoppen dan is dat een mening. Meer niet. Omdat een wetenschapper die mening heeft, maakt het nog geen wetenschappelijk gegeven dat dat dan moet. Wetenschap is geen mening, maar een wetenschapper met een mening is ook maar een mening. Als bij een politiek-bestuurlijke keuze om (in dit voorbeeld wel of niet doorgaan met de Rotterdamwet) alle feiten en onderzoeken onderdeel zijn van het kennisfundament van de besluitvorming ben ik tevreden. Ook als ik zelf mogelijk een ander besluit had willen zien.
En voor de goede orde: aanbevelingen op basis van goed onderzoek zijn hartstikke relevant in het debat. Wetenschappers, blijf dat wel gewoon doen! Maar scheidt dat helderder van de directe uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. En dan zijn we weer bij het begin. Als wetenschapper ‘moet’ je je mengen in het (maatschappelijke) debat, je kennis via (persoonlijk) contact neerleggen op de juiste plek en ze daar (ons als gemeente dus) helpen met wat we daar mee zouden kunnen doen. Er zijn er veel die dit goed kunnen en goed doen in het Rotterdamse, met name de wetenschappers verbonden aan onze gezamenlijke kennis- en academische werkplaatsen. Dank daarvoor!
De Kenniswerkplaats als verbinder van kennis en beleid
Dr. P.M. Karré
(Coördinator Kenniswerkplaats Leefbare Wijken, universitair docent Erasmus Universitair Rotterdam, associate lector Hogeschool Inholland Rotterdam)
Kennis en beleid zijn twee verschillende werelden. Onderzoek gaat over feiten en ‘dé’ waarheid. En beleid en politiek gaan over waarden en macht. Maar in de praktijk is dit dichotome onderscheid maar lastig vol te houden. Beide werelden hebben elkaar nodig. Beleid dat vooral op gevoelens of normatieve opvattingen gegrond is, is weinig geschikt om in een wereld van complexiteit, ambiguïteit en hybriditeit tot een effectieve en legitieme aanpak te komen van maatschappelijke vraagstukken. En een wetenschap, die zich niet praktijkgericht opstelt en geen bijdrage levert aan de aanpak van deze vraagstukken, zal snel als elitair en weinig relevant worden afgedaan. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, dat zonder de praktijk plaats kan vinden, bestaat niet in de wereld van de sociale wetenschappen. Sociaalwetenschappelijk onderzoek is per definitie toepassings- en praktijkgericht.
Kennis en beleid hebben elkaar nodig, maar kennis en beleid verbinden is nogal een uitdaging. Beleidsvragen moeten vertaald worden naar onderzoekbare kennisvragen en de uitkomsten van onderzoek weer naar beleid, waarbij het daarvan vaak maar één ingrediënt is (instituties, politieke voorkeuren en beeldvorming zijn ook bepalend). De doorwerking van kennis is ook niet direct. Kennis levert niet per se turn-key oplossingen op voor beleid. De doorwerking kan ook indirect, maar net zo goed waardevol zijn. In een wereld vol met tegenstrijdigheden en onduidelijkheid is reflectie belangrijk. Inzichten uit onderzoek helpen beleidsmakers de informatie die ze via allerlei andere kanalen krijgen te interpreteren en er betekenis aan te geven.
De verbinding van kennis en beleid gaat niet vanzelf. Er is een actor nodig, die als een soort kennismakelaar de werelden bij elkaar brengt, beleidsvragen naar kennisvragen kan helpen vertalen en vervolgens ook meehelpt de opgedane kennis voor de praktijk toepasbaar te maken, zonder die plat te slaan en te ontdoen van al haar complexiteit en ambiguïteit. Kort gezegd is er dus iemand nodig die de talen spreekt van beide werelden, weet hoe zij werken en wat nodig is om ze op een productieve manier met elkaar in gesprek te brengen. Zo een partij probeert de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken te zijn, één van de Kenniswerkplaatsen, die Rotterdam rijk is.
Het gaat om samenwerkingsverbanden, die door de Gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit zijn opgezet en worden gefinancierd met het doel om beleid en onderzoek elkaar te laten voeden. De Kenniswerkplaatsen doen zelf geen onderzoek, maar zijn juist platforms die onderzoek kunnen starten, versnellen en (in beperkte mate) kunnen financieren. We brengen beleidsmakers en onderzoekers bij elkaar en helpen hen bij het vertalen van beleids- naar kennisvragen en bij het vertalen van wetenschappelijke inzichten over oorzaken en gevolgen van maatschappelijke vraagstukken naar beleid. We ontsluiten inzichten uit praktijk en wetenschap voor een breder publiek door lezingen en workshops en koppelen beleidsmakers en onderzoekers op een bepaald vraagstuk of beleidsveld aan elkaar. Dat heeft in de ruim 6 jaar dat de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken al bestaat, een schat van wetenschappelijk stevige én praktisch toepasbare kennis opgeleverd, waarvan de oogst op onze website getuigd: www.kenniswerkplaats-leefbarewijken.nl. Zo hebben we laatst de gemeente Rotterdam gevoed met inzichten over de mogelijke effecten van haar sterke schouders-beleid in kansrijke wijken en hebben we de wetenschappelijke basis gelegd voor het Rotterdamse beleid omtrent straatintimidatie.
Zoals bij elke vorm van coproductie zijn er ook uitdagingen aan het verbinden van kennis en beleid. Het gaat niet vanzelf en de rol van de Kenniswerkplaats als vertaler en verbinder is soms een van duwen en trekken. Dat hoort bij het bij elkaar brengen van twee verschillende werelden en is soms frustrerend. Maar het uiteindelijke resultaat laat wel steeds opnieuw zien dat de investering loont om tot kennisgebaseerd beleid en praktijkgericht onderzoek te komen in een wereld vol nepnieuws, post-truth politics en anti-intellectualisme. Als beleidsmakers en wetenschappers is het onze taak om te laten zien dat kennis juist meer is dan “ook maar een mening”, maar juist een essentieel ingrediënt in een effectieve en legitieme aanpak van maatschappelijke vraagstukken.